Schijnzelfstandige, wat is dat?
Karine De Hondt • 1 juni 2023
Waar moet je op letten als zelfstandige?

Waarover gaat het?
Schijnzelfstandigheid verwijst naar de situatie waarin een persoon formeel als zelfstandige werkt, maar in werkelijkheid in een afhankelijke positie verkeert, vergelijkbaar met een werknemer. In België zijn er bepaalde criteria die worden gebruikt om schijnzelfstandigheid te beoordelen, zoals het gezag van de opdrachtgever, het al dan niet hebben van een eigen klantenbestand en het feit of er sprake is van een langdurige en exclusieve samenwerking.
De Belgische wetgeving heeft maatregelen genomen om schijnzelfstandigheid aan te pakken. De belangrijkste wetgeving is de wet van 27 december 2006 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op de zelfstandigen. Deze wet bevat bepalingen die beoordelingscriteria en sancties vaststellen voor schijnzelfstandigheid.
Het sociaal statuut van de zelfstandige is anders dan dat van een werknemer. Zelfstandigen zijn verplicht om sociale bijdragen te betalen voor sociale zekerheidsbescherming, zoals ziekteverzekering en pensioenregelingen. Bij schijnzelfstandigheid kan het zijn dat de persoon ten onrechte als zelfstandige wordt beschouwd, waardoor er sprake is van ontduiking van sociale bijdragen en andere beschermingsmechanismen.
Wat kan je doen om niet als schijnzelfstandige te worden aanzien?
Om te voorkomen dat je als schijnzelfstandige wordt beschouwd, is het belangrijk om de volgende aspecten in acht te nemen:
- Onafhankelijkheid: Zorg ervoor dat je als zelfstandige een zekere mate van autonomie en vrijheid hebt bij het uitvoeren van je werk. Vermijd situaties waarin je onder directe controle en gezag staat van een opdrachtgever, zoals werktijden, locatie en uitvoeringsmethoden.
- Meerdere opdrachtgevers: Werk voor verschillende opdrachtgevers en vermijd langdurige en exclusieve samenwerkingen. Het hebben van meerdere opdrachtgevers toont aan dat je als zelfstandige actief bent op de markt en niet afhankelijk bent van één enkele opdrachtgever.
- Ondernemersrisico: Draag financieel en operationeel risico als zelfstandige. Investeer in je eigen bedrijfsmiddelen, draag de verantwoordelijkheid voor eventuele verliezen en maak winst of verlies op basis van je eigen ondernemingsactiviteiten.
- Klantenbestand: Bouw en onderhoud een eigen klantenbestand als zelfstandige. Het hebben van een eigen klantenbestand toont aan dat je zelf verantwoordelijk bent voor het aantrekken van nieuwe opdrachten en het genereren van inkomsten.
- Contractuele afspraken: Zorg voor duidelijke en schriftelijke contracten met je opdrachtgevers. Deze contracten moeten de zelfstandige aard van de relatie benadrukken en de rechten en verplichtingen van beide partijen vastleggen.
Het is belangrijk om op te merken dat schijnzelfstandigheid een complex en juridisch gevoelig onderwerp is. De beoordeling van schijnzelfstandigheid gebeurt op basis van de specifieke omstandigheden van elk geval.
Als je vermoedt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, is het raadzaam om advies in te winnen bij een juridisch expert of een sociaal verzekeringsfonds.

Een onderneming met een jaarlijkse omzet die de € 25.000,- niet overschrijdt, is een kleine onderneming. Zo’n onderneming kan desgewenst ‘genieten’ van een btw-vrijstelling. Waarom schrijf ik ‘genieten’? Omdat die regeling een aantal kostenbesparende voordelen heeft, zoals geen periodieke btw-aangiften indienen. Je onderneming moet dan geen btw aanrekenen aan klanten, maar mag omgekeerd natuurlijk ook geen btw voor aankopen aftrekken. Tot eind 2024 kon je de overstap naar deze vrijstelling enkel op 1 januari en 1 juli aanvragen. Sinds 2025 hoef je niet meer te beslissen aan het begin van het jaar of een half jaar wachten om te kunnen overstappen. Voortaan kan je dat in ieder kwartaal van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de omzet van € 25.000,- niet overschreden werd. De kennisgeving van de overstap moet wel uiterlijk een halve maand voor het nieuwe kwartaal (dus op 15 maart, 15 juni, 15 september of 15 december) gedaan worden. Je doet de kennisgeving via MyMinfin, toespassing e604. #boekhouding #kleineonderneming #btw #btwvrijstelling #accountant #MyMinfin #FinaSense

Stroom is niet goedkoop, dat is geen nieuws, dus een tegemoetkoming van de werkgever is altijd welkom. Alleen bleek dat voor de fiscus een ingewikkeld verhaal. Vroeger moest een werkgever de reële laadkosten aantonen, wat natuurlijk vaak voor hoofdpijn zorgde. Vanaf 1 april 2025 wordt het beduidend eenvoudiger en mag je werkgever in Vlaanderen tot 31,94 eurocent per kWh vergoeden. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 35,84 en in Wallonië 36,17. (De fiscus spreekt van een addendum om op een simpele manier telkens weer aanpassingen te kunnen maken, maar daar is voorlopig nog geen spoor van te vinden.) Sommige bedrijven hanteren een eigen systeem of hebben zelf een bedrag bepaald, het is echter wel belangrijk om niet hoger te gaan dan het bovengenoemde bedrag om geen problemen te krijgen met de FOD Financiën of de RSZ. Is dat wel het geval, dan riskeer je een herkwalificatie als loon en moeten daar belastingen en sociale bijdragen op betaald worden.

Je gaat er weliswaar niet rijk van worden en ik vrees dat je werknemer voor het forfait van de nachtvergoeding onder een brug moet slapen, maar goed, ik maak de regels niet, ik deel ze alleen mee. Dus: don't shoot the messenger! Als je wel eens een klant bezoekt, een opleiding buitenshuis volgt, … kortom, als je wel eens een dienstverplaatsing maakt, dan kan je vennootschap je daarvoor een vergoeding uitkeren. Een dagvergoeding kan uitgekeerd worden als je minstens zes uren weggeweest bent. Het totaal dus van de verplaatsingstijd, middagpauze en de tijd bij je klant. De vergoeding dient in principe om je kosten voor een middagmaal te dekken, sinds 1/03/2025 maximaal € 21,22 per dag . De vergoeding is dan volledig aftrekbaar voor de vennootschap en je wordt er niet op belast. Je moet ze wel vermelden op de fiscale fiche 281.20 (rubriek 20). Ben je beroepsmatig bijna dagelijks op de baan, dan kan je maximaal 16 keer per maand zo’n vergoeding krijgen. Dat is dus € 339,52 per maand . Bij een maandforfait hoef je wel niet meer aan te tonen dat je verplaatsingen langer dan zes uren duren. Moet je wel eens overnachten ? Als dat binnen België is, kan je vennootschap ofwel de hotelfactuur overnemen, ofwel eveneens een forfaitaire vergoeding van maximaal € 159,17 uitbetalen. Ook je medewerker kan zo’n vergoedingen krijgen, maar de RSZ gaat niet akkoord met de forfaits van de fiscus. Hier gelden dus andere tarieven: dagvergoeding € 17,00 en nachtvergoeding € 35,00 (voor avondmaal, logies en ontbijt). Voor je medewerker neem je dus beter de hotelfactuur over dan hem een nachtvergoeding uit te keren. Vermeld de vergoedingen op fiscale fiche 281.10 (rubriek 27a). Ben je in een kalenderjaar 40 dagen of meer op een specifieke plaats (een klant bv.), dan is dat voor de fiscus een vaste plaats van tewerkstelling. Hier kan je dan geen dagvergoeding voor uitkeren. Je combineert een dagvergoeding ook best niet met een maaltijdcheque, want dat moet verrekend worden met het werkgeversaandeel van de maaltijdcheque. Andere kosten zoals een taxi of een parkeerticketje mogen apart terugbetaald worden. #updatedagvergoeding #dagvergoeding #updatenachtvergoeding #nachtvergoeding #boekhouding #belgie